Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik zeide in mijn hart [34]van de positie der mensenkinderen, dat God hen [35]zal verklaren, en dat zij zullen zien, dat zij [als] de beesten zijn aan zichzelven. 34. Dat is aangaande of belangende het wezen, de gelegenheid, of staat. handel en wandel der mensen; te weten als ik hetzelve terdeeg aanzie en doorgrond. 35. Of klarigheid geven zal. Hij wil zeggen: Overmits de ijdelheden der mensen zo veel en zo groot zijn, en zulk een menigte en verscheidenheid van bekommeringen, waarin zij zich zo diep en met zulk behagen steken, alsof het met hen eeuwig werk wezen zou, zo heb ik mij laten voorstaan dat God hen klaarlijk en ogenschijnlijk wil te zien en te verstaan geven wat zij in zichzelven en naar de gelegenheid van deze benedenwereld zijn; te weten, als de beesten. Ps.49:13,21.